De Rosicrucian Fellowship
THE ROSICRUCIAN FELLOWSHIP De Orde van het Rozenkruis, de Westerse Mysterieschool, werd tegen het einde van de dertiende eeuw in Duitsland gesticht door iemand met de symbolische naam Christian Rosencreutz, het christelijke Rozenkruis. Het doel was en is nog steeds, de wetenschap godsdienstig te maken en de godsdienst wetenschappelijk, evenals het toenemende materialisme te keren. De Orde - die uit 12 Broeders bestaat met hun hoofd, die de dertiende is - heeft aanvankelijk in het geheim gewerkt, vooral met de alchemisten, omdat de kerk(en) haar vijandig gezind waren. Begin zestienhonderd was het noodzakelijk dat de Orde meer bekendheid verkreeg. |
De persoon die daartoe het meest geschikt bleek, was Tobias Hess (1568-1614) uit Neurenberg die anoniem de Fama R.C. (het gerucht) en de Confessio R.C. (de bekentenis) schreef die in 1610 in handschrift circuleerden en vanaf 1614 herhaaldelijk gedrukt werden. De reactie op beide geschriften was overweldigend, er verschenen tussen 1614 en 1623 meer dan 300 reacties in druk, van zowel vóór- als tegenstanders. |
|
Fama, 1614 |
|
THE ROSICRUCIAN FELLOWSHIP |
Max Heindel 1865-1919 |
De Rozenkruisers leren dat de mens een samengesteld wezen is. Hij is een drievoudige geest of ego, in het bezit van een drievoudig lichaam. Allereerst een stoffelijk lichaam, samengesteld uit de vast stoffen, vloeistoffen en gassen van de stoffelijke wereld. Het is het zichtbare instrument dat de geest gebruikt om zich in deze wereld te bewegen. Als tweede een levenslichaam dat is samengesteld uit ether en het zichtbare lichaam doordringt. Dit etherische lichaam, dat ongeveer vier centimeter buiten ons stoffelijk lichaam uitsteekt, neemt de levengevende zonne-energie op en verzorgt de functies van assimilatie, groei en voortplanting. Als derde een begeertelichaam, dat onze gevoelsaard vormt. Het doordringt zowel het stoffelijk lichaam als het begeertelichaam. Het steekt ongeveer veertig centimeter buiten het stoffelijk lichaam. Het begeertelichaam bevat waarnemingscentra die, bij juiste ontwikkeling, de middelen vormen waarmee de mens in de begeertewereld waarneemt. Als vierde het verstand, een spiegel die de geestelijke wereld weerkaatst en de geest in staat stelt zijn bevelen om te zetten in gedachten en woorden. Het is de schakel tussen de geest en de bovengenoemde drie lichamen. Thans is het nog een ongevormde wolk, maar uiteindelijk zal het evengoed toegerust zijn als de andere lichamen van de mens. Het ego, of ik, is de drievoudige geest die deze voertuigen of lichamen gebruikt om in de levensschool ervaring op te doen en deze om te zetten in zielenkracht. |